Categorieën
Belastingrecht

Aanslag niet ontvangen, dan toch invorderingsrente? (Belastingrecht)

Als u te laat bent met het betalen van uw aanslag, moet u volgens het belastingrecht invorderingsrente betalen. Maar wat als u die aanslag niet heeft ontvangen? Moet u dan nog steeds rente betalen? Interessante vraag voor de Rechtbank Zeeland-West-Brabant.

Geen aanslag, wel herinnering en daarna rente

BelastingaangifteAan belanghebbende is op 12 juni 2015 een aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2014 opgelegd. Toen betaling van de aanslag uitbleef is een betalingsherinnering gestuurd. Daarop heeft belanghebbende de aanslag voldaan op 3 februari 2016. Vervolgens is ter zake van de aanslag invorderingsrente in rekening gebracht. Belanghebbende betwist rente verschuldigd te zijn. Hij stelt daartoe dat hij de aanslag nooit heeft ontvangen. Voorts voert hij aan dat doordat pas op 12 februari 2016 een aanmaning is verstuurd, de rente is opgelopen.

Lees ook de algemene informatie over belastingrecht >>

Invorderingswet: ontvangst is geen voorwaarde

De rechtbank oordeelt als volgt. Het verweer doet allereerst de vraag rijzen of het relevant is of de aanslag al dan niet ontvangen is. Die vraag rijst omdat de Invorderingswet 1990 de ontvangst niet expliciet als voorwaarde stelt om rente in rekening te kunnen brengen. Invorderingsrente wordt belopen bij overschrijding van de betalingstermijn, dat wil zeggen zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet. Het lijkt logisch dat indien de belastingaanslag niet op de juiste wijze is bekendgemaakt, de betalingstermijn in beginsel niet is aangevangen althans dat geen invorderingsrente wordt belopen.

Is overschrijding verwijtbaar?

In dit geval staat vast dat de aanslag naar het juiste adres is verzonden. Alleen de ontvangst staat ter discussie. Uit de jurisprudentie blijkt dat dit niet relevant is. De betalingstermijn eindigde dus zes weken na 12 juni 2015. De regeling voor bestuursrechtelijke schulden kent een regeling die vergelijkbaar is met die van de invorderingsrente. Tijdens de parlementaire behandeling is opgemerkt: “Wanneer de betalingstermijn niet is vermeld, kan dat reden zijn om een termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.” Daarom geldt ook voor de invorderingsrente dat het feit dat het besluit niet is ontvangen in de weg kan staan aan het in rekening brengen van rente.

Twijfel of aanslag wel is ontvangen

Maar is de aanslag niet ontvangen? Belanghebbende dient dan feiten te stellen op grond waarvan de ontvangst redelijkerwijs kan worden betwijfeld. Dat heeft hij gedaan. De rechtbank heeft geen aanleiding, en ziet daarvoor ook geen aanknopingspunten in het dossier, om te twijfelen aan de geloofwaardigheid van die ontkenning. Het is dan aan de Belastingdienst om nader bewijs te leveren van de ontvangst. Aangezien de fiscus geen andere bewijsmiddelen heeft aangedragen dan het feit van verzending, is dat bewijs niet geleverd.

Conclusie: de rente is ten onrechte in rekening gebracht. Uit de uitspraak blijkt niet welke argumenten zijn aangevoerd om de ontvangst te ontkennen. Dat blijft lastig. In dit geval achtte de rechtbank de ontkenning geloofwaardig, dat blijft echter een afweging die een rechter op grond van de gestelde feiten zal moeten maken. Wel speelde mee dat belanghebbende de aanslag direct na ontvangst van de herinnering had voldaan, dat sprak in zijn voordeel.

Bron: ECLI:NL:RBZWB:2017:2698

Meer informatie? Neem dan contact op met Van Dalen advocatuur.