Categorieën
Belastingrecht

Beginsel geschonden dus geen naheffing (Belastingrecht)

hamer met rekenmachine De Belastingdienst moet de rechten van burgers en ondernemingen eerbiedigen. Ook het recht van verdediging valt daaronder. Als dat beginsel wordt geschonden, kan dat ingrijpende gevolgen hebben.

Dat blijkt bijvoorbeeld uit een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland (ECLI:NL:RBNHO:2017:6221).

Groothandel betrokken bij carrouselfraude?

Een groothandel in computers en randapparatuur behaalt zijn omzet voornamelijk in het buitenland. Over de jaren 2007 – 2010 claimt de groothandel in aangiften omzetbelasting € 5,2 mln aan voorbelasting. Na een boekenonderzoek legt de inspecteur een naheffingsaanslag op van € 33,7 mln. De groothandel zou betrokken zijn geweest bij zogenaamde ‘carrouselfraude’.

Bedrijf beschikte niet over volledige dossier

De vennootschap stelt dat er geen sprake is van fraude bij haar afnemers. Ook zou het verdedigingsbeginsel zijn geschonden. Volgens het bedrijf is de naheffingsaanslag namelijk vóór het bekendmaken van het voornemen vastgesteld en is deze actief ingevorderd. Verder merkt de BV op dat zij niet over het volledige dossier heeft kunnen beschikken. De groothandel stelt dat is voldaan aan het ‘andere afloop-criterium’, omdat de naheffingsaanslag en de boetebeschikking na bezwaar zijn verminderd. Als alle stukken eerder waren verstrekt hadden de naheffingsaanslag en de boete volgens de BV eerder verminderd kunnen worden. Volgens de inspecteur is het niet nodig dat alle stukken werden verstrekt.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de naheffingsaanslag niet vóór het bekendmaken van het voornemen is vastgesteld. Het voornemen is namelijk op 6 maart 2012 bekend gemaakt, en de dagtekening van de naheffingsaanslag is 28 maart 2012. Dat de ontvanger op 28 februari 2012 reeds heeft verzocht om conservatoir derdenbeslag te mogen leggen, acht de rechtbank niet van belang.

Aan ‘andere-afloop-criterium’ is voldaan

Vervolgens stelt de rechtbank vast dat de goothandel niet de beschikking had over alle stukken die ten grondslag lagen aan het voornemen om de naheffingsaanslag op te leggen. Het bedrijf was dan ook niet in staat om op detailniveau de voorgenomen correcties te bestrijden. Ook wijst de rechtbank er op dat de naheffingsaanslag na de voornemenfase is verminderd. Volgens de rechtbank is dan voldaan aan het ‘andere-afloop-criterium’, en is het verdedigingsbeginsel geschonden. De rechtbank vernietigt dan ook de naheffingsaanslag.

Ten overvloede bekijkt de rechtbank de zaak ook inhoudelijk. De groothandel heeft alles gedaan om te voorkomen dat het een keten werd in een omvangrijke fraude. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen is dat niet gelukt. Het bedrijf heeft echter zorgvuldig gehandeld. Ook daarom kan de naheffingsaanslag niet in stand blijven.

Beginsel uit EU-handvest

Relevant in deze zaak is het verdedigingsbeginsel uit artikel 48 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Dit handvest speelt een rol bij Europees recht. De Nederlandse Wet op de omzetbelasting is een uitwerking van een Europese richtlijn. Daarom kon de groothandel in computers daarop een beroep doen.