Bezwaartermijn boetes, hoe zit het daarmee? Vroeger maakte het uit of dat bezwaar gericht was tegen een aanslag of tegen een boete. Dat is veranderd.
BV maakt te laat bezwaar
Een BV krijgt op 26 juli 2014 een aanslag vennootschapsbelasting 2011. Daarbij is ook een verzuimboete opgelegd. De BV maakt op 2 oktober 2014 bezwaar. De inspecteur stelt dat dit te laat is en verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk.
“Biljet niet ontvangen”
De BV zegt dat zij het aanslagbiljet niet heeft ontvangen. Daarom was het bezwaar te laat. Dat moet gebeuren binnen zes weken. De Hoge Raad oordeelt als volgt.
Regels omtrent bewijs
Als een besluit bekend is gemaakt door toezending van een aanslagbiljet, kan ervan worden uitgegaan dat met de terpostbezorging van dat biljet de daarin vervatte besluiten zijn bekendgemaakt.
Lees ook: Aanslagbiljet niet ontvangen?
Als het bezwaar te laat is
Ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend bezwaarschrift blijft niet-ontvankelijkverklaring achterwege,
Indien vaststaat dat een besluit van de inspecteur op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt, de belanghebbende daartegen te laat bezwaar maakt en stelt dat hij het besluit niet heeft ontvangen, is het volgende van belang. De verzending van een stuk per post rechtvaardigt het vermoeden van ontvangst van dit stuk op het daarop vermelde adres, aangezien per post verzonden stukken in de regel op dat adres worden bezorgd.
Kan ontvangst worden betwijfeld?
Het ligt daarom op de weg van de belanghebbende die de ontvangst van een stuk ontkent, om dit vermoeden te ontzenuwen. Hiertoe is niet vereist dat hij aannemelijk maakt dat het stuk niet op dat adres is ontvangen of aangeboden. Als de belanghebbende aldus een beroep doet op een verschoonbare termijnoverschrijding,
Voor boete toch andere regels?
Tot zover de regels uit de jurisprudentie. De Hoge Raad is van mening dat het gerechtshof die regels met betrekking tot de aanslag juist heeft toegepast. In dat opzicht blijft de uitspraak in stand.
Lees ook: Boete niet goed gemotiveerd en daarom vervallen
Hoge Raad verandert van mening
Met betrekking tot boetes waren de regels soepeler. Dit op grond van een arrest uit 1988. Het bezwaar tegen een boete kon alleen niet-ontvankelijk worden verklaard als de inspecteur bewees dat (kort gezegd) een belanghebbende onzin verkondigde en geen enkele reden had om te laat te zijn. De fiscus had dus een zwaardere bewijslast. Maar de Hoge Raad gaat in dit arrest van 5 juli 2019 om.
Gevolgen voor de praktijk
Dit is in het nadeel van belastingplichtigen. De rechtsbescherming is door dit arrest van de Hoge Raad minder geworden. Het onderscheid tussen aanslag en boetes (als een beroep wordt gedaan op de verschoonbare termijnoverschrijding bij een te laat ingediend bezwaar) is verdwenen.
Bron: ECLI:NL:HR:2019:1102