Categorieën
Belastingrecht

Te laat bezwaar toch ontvankelijk (Belastingrecht)

Wanneer gaat de bezwaartermijn precies lopen? Als een beschikking is verstuurd of kan deze termijn soms worden opgerekt? Die vraag staat centraal in een recente uitspraak van het Gerechtshof Den Haag.

“Geen bezwaar meer mogelijk”

hamer met rekenmachine

Een inspecteur van de Belastingdienst heeft op 30 september 2014 een informatiebeschikking genomen. Tijdens een boekenonderzoek is gebleken dat de administratie van een ondernemer gebrekkig is, reden waarom de bewijslast wordt omgekeerd. In een bespreking op 16 juni 2015 merkt de inspecteur op dat er geen bezwaar meer mogelijk is tegen die beschikking omdat de termijn is verstreken. Een maand later ontvangt de boekhouder van de ondernemer per mail een scan van de beschikking. Nog wordt geen bezwaar gemaakt. Dat gebeurt pas een paar maanden later als de ondernemer een advocaat heeft ingeschakeld.

Lees ook de algemene informatie over belastingrecht >>

De vraag is of dat bezwaar ontvankelijk is. Volgens de rechtbank niet. Dat de beschikking inderdaad in september 2014 per post is verstuurd, kan de Belastingdienst niet aantonen. Daarom vangt de bezwaartermijn pas aan op de dag dat de mail is ontvangen, dat is dus in juli 2015. Toen heeft de boekhouder geen bezwaar gemaakt en voor die overschrijding is geen excuus. Dat de inspecteur vertelde dat er geen bezwaar meer mogelijk is, maakt dat niet anders. De ondernemer gaat in hoger beroep en dat leidt tot een verrassende uitspraak.

Op verkeerde been gezet door inspecteur

Het gerechtshof stelt dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld dat de bezwaartermijn pas is gaan lopen op 10 juli 2015. Toen ontving de boekhouder per mail de informatiebeschikking. De termijn eindigde daardoor op 21 augustus 2015, terwijl het bezwaar door de advocaat is ingediend op 11 oktober 2015. Dus in principe te laat.

Op grond van artikel 6:11 van Awb (= Algemene Wet Bestuursrecht) kan een bezwaar desondanks toch ontvankelijk worden verklaard. Dan moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden. De ondernemer is op het verkeerde been gezet door de inspecteur. Die had immers gezegd dat er geen bezwaar meer mogelijk was. De inspecteur heeft in de bespreking een paar keer herhaald dat de informatiebeschikking onherroepelijk zou vaststaan. De bedrijfsleider is daarvan getuige geweest. Het Hof acht deze verklaringen geloofwaardig. De mededeling van de inspecteur was onjuist omdat de termijn pas is gaan lopen op het moment dat de boekhouder de beschikking ontving. Pas nadat hij een advocaat had ingeschakeld, kwam de ondernemer er achter dat bezwaar nog wel degelijk mogelijk was.

Naar het oordeel van het Hof kan de ondernemer niet worden verweten dat hij heeft nagelaten binnen de wettelijke termijn bezwaar te maken. Dat de boekhouder geen bezwaar heeft ingediend namens de ondernemer, doet daaraan niet af. Een boekhouder is immers geen rechtskundige. Het Hof verklaart het hoger beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en draagt de inspecteur op om de zaak opnieuw te bekijken.

Meer informatie? Neem contact op met Van Dalen advocatuur.
Stuur een e-mail