Categorieën
Belastingrecht

Opzet of schuld (Belastingrecht)

Bij een fiscale boete loont het om na te gaan waarvoor precies die boete is gegeven. Het luistert nauw. Dat blijkt uit een opmerkelijke uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland.

Naheffing

boete van 25% omdat het kantoor slordig is geweest

De Belastingdienst start in 2018 een boekenonderzoek bij een accountants- en belastingadvieskantoor. Dit leidt tot een naheffingsaanslag omzetbelasting over de jaren 2014 tot en met 2016. Ook wordt een vergrijpboete van 25% opgelegd omdat het kantoor slordig is geweest met de administratie. Het kantoor maakt bezwaar tegen die boete. Als dat wordt afgewezen, volgt beroep bij de rechtbank.

Verkeerde aangiftes

Het kantoor erkent bewust verkeerde aangiftes te hebben ingediend. Dat gebeurde omdat de financiële situatie slecht was. De belasting kon niet worden betaald. De Belastingdienst zegt dat achteraf een boete voor opzet passend was geweest. Zo’n boete is hoger want 50%. Maar de fiscus houdt ook rekening met de omstandigheden en bovendien had de inspecteur te weinig informatie om een boete voor opzet te kunnen onderbouwen.

Lees ook : Navordering en naheffing

Last

De rechtbank oordeelt als volgt. Dat het kantoor te weinig omzetbelasting heeft voldaan, staat niet ter discussie. Op de inspecteur rust de last om aannemelijk te maken dat bij eiseres sprake was van grove schuld. De boete is immers om die reden opgelegd.

Begrippen

van elkaar te onderscheiden kwalificaties

Opzet en schuld zijn verschillende begrippen. In het verwijt van opzet ligt niet tevens het verwijt van grove schuld besloten. Opzet en grove schuld zijn nadrukkelijk van elkaar te onderscheiden kwalificaties, elk met een geheel eigen toetsingskader. De rechtbank moet louter beoordelen of de inspecteur bewezen heeft dat er sprake is geweest van grove schuld.

Het was opzet

Volgens de rechter staat het vast dat het kantoor willens en wetens te weinig belasting heeft betaald. Dat is opzet. De rechtbank vindt het vreemd dat de inspecteur constateert dat het kantoor aan de administratieplicht voldeed, terwijl hij toch van mening is dat het kantoor slordig was. Dat valt niet met elkaar te rijmen. De stelling dat het aan de grove schuld van eiseres is te wijzen dat zij te weinig belasting heeft betaald, is niet bewezen. Dat de inspecteur ondanks zijn aandringen niet alle informatie kreeg, blijft voor zijn risico want de bewijslast ligt bij hem. De boetes worden vernietigd. Het beroep is gegrond.

Wijze les

Een interessante uitspraak met een wijze les. De Belastingdienst had zich op het standpunt moeten stellen dat er sprake was van opzet. In opzet ligt grove schuld niet besloten. Het is typisch juridische ‘fijnproeverij’. Ik gok erop dat hoger beroep zal volgen.

Bron: ECLI:NL:RBNNE:2020:4450

Vragen? Bel 06-27129900