“Doen blijken” is iets anders dan “aannemelijk maken”. Het verschil is belangrijk, blijkt opnieuw uit een recent arrest van de Hoge Raad.
Koks uit China
Belanghebbende is een BV, die de administratie verzorgt ten behoeve van de aanvraag van onder meer een visum en een tewerkstellingsvergunning (TWV) voor koks uit China. De opdrachtgevers zijn in Nederland gevestigde Chinese restauranthouders. De BV rekent voor de aanvraag van een TWV € 1.750 exclusief btw. Voor dat bedrag regelt belanghebbende o.a. de melding bij het UWV, het plaatsen van advertenties en het melden bij de Chinese autoriteiten.
Boekenonderzoek
Belanghebbende doet aangifte vennootschapsbelasting 2010/2011 naar een belastbaar bedrag van negatief € 27.119. Daarbij zijn facturen van in totaal € 1.207.387 in aftrek gebracht. Die zijn afkomstig van een Chinees bedrijf dat in China werkzaamheden voor belanghebbende verrichtte. De aanslag wordt vastgesteld conform aangifte. Dan begint de Belastingdienst een boekenonderzoek. Volgens het controlerapport uit 2014 is niet aangetoond dat de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. De aftrek wordt gecorrigeerd. De BV is het daarmee niet eens. Uiteindelijk belandt de zaak bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch. Het vonnis luidt dat belanghebbende niet de vereiste aangifte heeft gedaan. Het gelijk is aan de inspecteur, de navorderingsaanslag blijft gehandhaafd.
Lees ook: Opzet of schuld
Ambtshalve toetsing
Cassatie bij de Hoge Raad volgt (ECLI:NL:HR:2022:526). Volgens de Hoge Raad kunnen de klachten niet leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. De facturen zijn dus terecht niet als aftrekpost geaccepteerd. Maar de hoogste rechters doen nog iets verrassends, want zij spreken zich ongevraagd uit over de boete die aan de BV is opgelegd. Dat wil zeggen: over de motivering die het Hof hanteert. Dat doen zij ambtshalve, hierover was in cassatie niet geklaagd. Naar het oordeel van het Hof heeft de inspecteur aannemelijk gemaakt dat er sprake was van voorwaardelijk opzet, gericht op het doen van een onjuiste aangifte. Over dat “aannemelijk maken” valt de Hoge Raad. Dat is fout, want de maatstaf voor een vergrijpboete is “doen blijken” en niet “aannemelijk maken”. Daarom is het beroep in cassatie toch gegrond. De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat zich opnieuw over de zaak zal moeten buigen.
Bewijslast
Waar gaat dit over? Over het verschil tussen de bewijslast in het bestuursrecht en in het strafrecht. Fiscaal recht is bestuursrecht. Bij het beoordelen van de belastingaangifte en bij verzuimboetes geldt de vrije bewijsleer, die inhoudt dat de bewijslast naar redelijkheid wordt verdeeld tussen partijen. De rechter is vrij in de keuze en in de waardering van de aangedragen bewijsmiddelen. In het strafrecht is de toets zwaarder. Dan moet het bewijs wettig en overtuigend zijn, de feiten en omstandigheden moeten echt worden aangetoond. Dit geldt voor vergrijpboetes, want zo’n boete is een “criminal charge” aldus het Europese recht. Iemand is onschuldig tot het tegendeel is bewezen. De bewijslast ligt bij de inspecteur. Een belangrijk verschil dus.
Hoge Raad strenger
In een eerder arrest had de Hoge Raad nog geoordeeld dat voor het bewijs gebruik mag worden gemaakt van vermoedens, als die vermoedens maar redelijkerwijze voortvloeien uit de aanwezige bewijsmiddelen. Het lijkt erop dat de hoogste rechter strenger is geworden. Dit recente arrest is een herinnering dat het loont om heel precies de overwegingen van een rechtbank of gerechtshof te lezen. De Hoge Raad heeft uit zichzelf de vinger op de zere plek gelegd. Dat is belangrijk voor de rechtsstaat, het komt de rechtsbescherming van burgers en bedrijven ten goede.
Meer informatie? Bel 06-27129900