Categorieën
Belastingrecht

Zakelijk bezoek maakt vakantie niet zakelijk (Belastingrecht)

ski-min

Wanneer zijn gereden kilometers zakelijk en wanneer niet? Soms een moeilijke vraag, want zakelijk en privé loopt nogal eens door elkaar.

Met auto van de zaak naar skivakantie in Oostenrijk

Een ondernemer die handelt in verpakkingsmaterialen rijdt in 2009 in de auto van de zaak naar Oostenrijk. Hij zet zijn echtgenote en kinderen af bij een hotel voor een skivakantie van een week. Vervolgens rijdt hij door naar een 60 kilometer verderop gelegen plaats voor een zakelijke bespreking. ’s Avonds gaat hij weer terug naar het hotel en in de dagen daarna geniet hij van zijn vakantie. Die accommodatie had hij al een jaar eerder, in 2008, geboekt.

Advies? Bel vandaag nog 06-27129900

Waren die kilometers wel zakelijk?

In de rittenadministratie heeft hij de kilometers genoteerd als zakelijke kilometers. De inspecteur vindt dat onterecht en legt aan zijn BV een naheffingsaanslag loonbelasting op ter grootte van bijna € 15.000. Omdat in 2009 privé meer dan 500 kilometer met de Audi A6 is gereden, wordt minimaal 25% van de waarde van de auto opgeteld bij het loon. Over die 25% had de BV geen loonbelasting betaald. De dga is het hier niet mee eens en stapt naar de rechter. Als ook die hem geen gelijk geeft, gaat de handelaar in hoger beroep.

Lees ook de algemene informatie over belastingrecht >>

Als rit zowel privé als zakelijk is, wat dan?

Het Hof vindt dat op de directeur-grootaandeelhouder de last rust om aan te tonen dat de auto in 2009 voor niet meer dan 500 kilometer voor privé-doelen is gebruikt. Doorslaggevend is het doel van de rit. Als een rit wordt gemaakt met zowel een zakelijk als een privé-doel, gaat het erom wat het hoofddoel van de rit was. Indien op een rit met een zakelijk hoofddoel tevens een privé-doel wordt bezocht, geldt als zakelijk de afstand die zou zijn afgelegd als het privé-doel niet was bezocht. En omgekeerd. Aldus de Hoge Raad in juni 2014.

Hoofddoel van de reis

Tussen partijen is niet in geschil dat de reis naar Oostenrijk een gemengd karakter had. De handelaar is er naar het oordeel van het Hof niet in geslaagd aannemelijk te maken, laat staan overtuigend aan te tonen, dat het hoofddoel van die reis zakelijk was. Uit het dossier, de vastgestelde feiten en het debat ter zitting volgt naar het oordeel van het Hof de conclusie dat het hoofddoel van de rit naar Oostenrijk een privéaangelegenheid van de directeur was. Het ging namelijk om een ruim van te voren geplande skivakantie met zijn gezin in de krokusvakantie, waarbij tevens een zakelijk doel is bezocht. Daarom is de conclusie dat in 2009 meer dan 500 kilometer privé met de auto is gereden. Dit betekent dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd en dat de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.

Naar de startpagina >>

Soms is grens privé en zakelijk veel minder duidelijk

Wie deze uitspraak leest en een beetje verstand heeft van belastingrecht, zal moeilijk kunnen begrijpen waarom hierover is geprocedeerd. Uit het vonnis blijkt niet dat de handelaar een argument heeft aangevoerd dat misschien succes zou kunnen hebben. Het criterium van de Hoge Raad is duidelijk. Vaak gaat het in zaken omtrent de bijtelling over de kilometeradministratie, die bij veel belastingplichtigen gebrekkig is. Dat speelde hier niet. Wie bijvoorbeeld de kosten van een diner in aftrek brengt, kan dat alleen doen als dat diner ook echt zakelijk is. Vaak zijn er grensgevallen en dan is een discussie met de fiscus zinvol. Als bijvoorbeeld deze directeur tijdens de skivakantie meerdere zakelijke afspraken had gehad, was de uitkomst wellicht anders geweest.

Bron: ECLI:NL:GHARL:2016:8773

Meer informatie? Neem contact op met Van Dalen advocatuur.
Stuur een e-mail