Een speciale wet moet ervoor zorgen dat huurders met een tijdelijk huurcontract niet op straat komen te staan nu het coronavirus de samenleving lam legt.
Partijen kunnen nu een tijdelijke verlenging van een tijdelijke huurovereenkomst afspreken
Tijdelijke contracten in de wet
Op basis van de huidige wet kunnen er tijdelijke huurovereenkomsten worden gesloten van maximaal twee jaar (zelfstandige woningen) en vijf jaar (onzelfstandige woningen). Deze eindigen van rechtswege bij het verstrijken van de termijn. De verhuurder dient dan wel voor de einddatum de huurder te informeren over het einde. De huurder kan geen beroep doen op huurbescherming. Stuurt de verhuurder geen of niet tijdig een kennisgeving dan wordt de huur verlengd voor onbepaalde tijd en heeft de huurder huurbescherming. Dat geldt ook als na afloop van de huurovereenkomst voor bepaalde tijd met dezelfde huurder opnieuw een overeenkomst wordt aangegaan. Het nieuwe contract is dan eigenlijk een verlenging voor onbepaalde tijd.
Zie ook de algemene informatie over huurrecht
Spoedwet in barre tijd
De coronacrisis raakt iedereen in Nederland. In deze tijden is het belangrijk om zoveel mogelijk te voorkomen dat huurders op straat komen te staan, aldus minister van Veldhoven in de toelichting bij het wetsvoorstel. Het past het niet om van huurders te verwachten dat zij hun volle aandacht richten op het zoeken naar andere woonruimte terwijl de einddatum van hun tijdelijke huurovereenkomst dichtbij is. Vandaar deze spoedwet, die op 16 april 2020 unaniem door de Tweede Kamer is aangenomen.
Maatregelen
Voor verhuurders kan de huidige regelgeving een belemmering zijn om bestaande tijdelijke huurovereenkomsten te verlengen. Door de spoedwet kunnen partijen een tijdelijke verlenging van een tijdelijke huurovereenkomst afspreken. Voor huurders en verhuurders die een tijdelijke huurovereenkomst hebben gesloten met een einddatum na 31 maart 2020 en voor 1 juli 2020 wordt de mogelijkheid geboden om deze eenmalig tijdelijk te verlengen tot uiterlijk 1 september 2020.
Tijdelijke verlenging
De wet ziet op tijdelijke huurovereenkomsten van maximaal twee jaar voor zelfstandige woonruimten en maximaal vijf jaar voor kamers, waarbij de verhuurder de huurder reeds schriftelijk heeft geïnformeerd over de einddatum van de huurovereenkomst. Ook geldt de wet voor tijdelijke huurovereenkomsten waarvan de einddatum van de huurovereenkomst vóór 1 juli 2020 ligt, waarbij de verhuurder nog zal aanzeggen. De tijdelijke verlenging bedraagt één maand, twee maanden of drie maanden maar eindigt sowieso op 1 september 2020. Hieruit volgt dat tijdelijke huurovereenkomsten die in juni 2020 eindigen met toepassing van de noodmaatregel met ten hoogste twee maanden kunnen worden verlengd. Hiermee komt tot uiting dat de tijdelijke wet gericht is op een voorziening voor de duur van de crisis.
Niet voor doelgroepen
Bij doelgroepencontracten, zoals het campuscontract, moet de verhuurder de wettelijke opzegtermijn van drie tot zes maanden hanteren. Dit betekent dat de problematiek zich voornamelijk beperkt tot de algemene tijdelijke huurovereenkomsten van twee jaar en vijf jaar. De maatregelen in de spoedwet zijn daarom gericht op dit type overeenkomsten en niet op de doelgroepcontracten.