In een huurovereenkomst bedrijfsruimte staat waarvoor de ruimte zal worden gebruikt. Dat is de contractuele bestemming. In deze casus zocht een huurder de grenzen op.
Uitbreiding van aanbod met shisha
Blijkens een schriftelijke huurovereenkomst verhuurt gedaagde aan eiseres bedrijfsruimte in Rotterdam. Overeenkomstig de bestemming uit de huurovereenkomst exploiteert eiseres in het gehuurde een bakkerij/bistro/restaurant met een zogeheten “all dining concept”
Eiseres wenst haar bestaande klantenkring te “verjongen” en meer omzet te genereren door de menukaart
Moet verhuurder dit gedogen?
Valt niet onder bestemming
De rechter in kort geding oordeelt als volgt. De primaire stelling van eiseres is dat de door haar gewenste aanvulling van de menukaart met waterpijp onder de contractuele bestemming valt.
Lees ook: Gebrekkige exploitatie supermarkt?
Huurder lijdt verlies
Dit leidt tot het voorlopig oordeel dat het aanbieden van shisha een bestemmingswijziging betreft en dat toestemming van verhuurder vereist is. Gedaagde heeft die toestemming geweigerd.
Dat is het risico
Economische tegenwind is inherent aan ondernemersrisico en kan niet worden afgewenteld op de verhuurder, althans niet in die zin dat de verhuurder elke voorgestelde wijziging van de bestemming door de huurder moet accepteren.
Financiële jaarstukken zijn niet overgelegd. Daar komt nog bij dat niet aannemelijk is gemaakt het uitbreiden van de menukaart met waterpijp een grote omzetstijging met zich mee brengt zodat de onderneming weer rendabel zal worden. Daartegenover staat het belang van verhuurder die vreest voor overlast en een aanzuigende werking op het criminele circuit.
Waterpijp niet toegestaan
De conclusie van het voorgaande is dat de vorderingen van eiseres integraal worden afgewezen. In reconventie was betaling van de huurachterstand van € 26.000 geëist. Die vordering wijst de rechter wel toe.
Bron: ECLI:NL:RBROT:2019:4296