Bij een gebrek bestaat recht op vermindering van de huurprijs. Het huurrecht is daar duidelijk over. Wat een gebrek echter precies is, is vaak onderwerp van discussie. De rechtbank Rotterdam deed onlangs een interessante uitspraak.
Rondlopende scholieren in duur kantoorgebouw
Een advocatenkantoor huurt bedrijfsruimte in het World Trade Center (WTC) te Rotterdam. Voor het huren van ruimten in het WTC wordt reclame gemaakt met teksten als: “gebouw met uitstraling” en “hoogste kwaliteitseisen”. Sinds 2014 wordt op de etage waar de advocaat een kantoor huurt ook een ruimte verhuurd aan de Hogeschool Rotterdam. De advocaat ervaart overlast door rondlopende scholieren. Dat is ook niet in overeenstemming met uitingen als “gebouw met uitstraling”en “hoogste kwaliteitseisen.” Hij klaagt hierover per brief bij verhuurder Bouwinvest en betaalt slechts 70% van de huur.
Lees ook de algemene informatie over huurrecht >>
De verhuurder daagt de advocaat voor de rechter en eist dat de volledige huur wordt betaald. De advocaat stelt dat er een gebrek is dat de vermindering van de huurprijs rechtvaardigt. In het algemeen is het natuurlijk mogelijk dat het gehuurde een gebrek heeft. Bijvoorbeeld een lekkend dak is een goede reden om betaling van de huur op te schorten, zolang dat maar in verhouding staat tot de ernst van het gebrek. De vraag in deze zaak is om te beginnen of rondlopende scholieren in een kantoorgebouwen inderdaad te beschouwen zijn als een gebrek van de gehuurde ruimte. Ook vraagt het kantoor aan de rechter om het huurcontract te ontbinden.
Rechter: scholieren passen niet in die omgeving
De kantonrechter meent van wel. De enkele aanwezigheid van scholieren, nog zonder dat zij overlast veroorzaken, hoort niet bij een “representatieve kantooromgeving in het centrum van Rotterdam”. Elkaar eens per uur afwisselende groepen scholieren passen niet in het beeld dat de verhuurder in haar brochure schetst. Er is dus sprake van een gebrek. Dit gebrek leidt tot vermindering van het huurgenot en dit geeft de advocaat het recht een daaraan evenredige vermindering van de huurprijs te vorderen vanaf de dag waarop hij van het gebrek behoorlijk kennis heeft gegeven aan Bouwinvest. Het gehanteerde percentage van 30% acht de kantonrechter in de gegeven omstandigheden redelijk.
Als Bouwinvest tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst, geeft dit het kantoor het recht de overeenkomst te ontbinden. Dat doet Bouwinvest inderdaad, aldus de rechter. Zij voldoet immers niet aan de verwachting die de advocaat mocht hebben toen hij in het centrum van Rotterdam hoogwaardige kantoorruimte ging huren. Die tekortkoming is zo ernstig dat daardoor de gevorderde ontbinding wordt gerechtvaardigd.
Kortom: het advocatenkantoor wordt op alle punten in het gelijk gesteld.
Meer informatie? Neem contact op met Van Dalen advocatuur.
Stuur een e-mail