Categorieƫn
Huurrecht

Termijnbescherming bij bedrijfsruimte (Huurrecht)

Termijnbescherming, hoe werkt dat? Huurders worden door de wet sterk beschermd. Dat geldt ook voor winkeliers. Die hebben een zogenaamde 290-bedrijfsruimte.

Termijnbescherming: de achtergrond

Dat getal wil zeggen dat hun bedrijfsruimte valt onder de bepalingen van artikel 290 e.v. van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Uit het contract (vaak het ROZ-model) moet blijken of het om zo’n ruimte gaat. Een onderdeel van genoemde bescherming is de termijnbescherming. Hoe ziet die eruit?

Eerst even over achtergrond van de regeling. Dat is belangrijk voor een goed begrip. Een winkelier is voor zijn nering sterk afhankelijk van de plek waar hij is gevestigd. Denk aan een buurtwinkel. Bovendien zal hij investeringen moeten doen, zoals een verbouwing. Om de middenstander een kans te geven om een bedrijf op te bouwen en investeringen terug te verdienen, is het belangrijk dat hij niet opeens moet verkassen. Vandaar de termijnbescherming. Bij een 290-ruimte hebben partijen niet de vrijheid om zelf de duur van de huurovereenkomst te bepalen.

Lees ook: Advocaat huurrecht… ook in 2020

Tweemaal vijf jaar, daarna onbepaalde tijd

Uitgangspunt is een eerste huurtermijn van vijf jaar. Daarna volgt verlenging met nogmaals vijf jaar, behoudens opzegging door huurder en/of verhuurder. Na tien jaar wordt de huurovereenkomst voor onbepaalde tijd voortgezet. Of partijen moeten iets anders overeenkomen. Maar verhuurder en huurder hebben slechts beperkt de mogelijkheid om een kortere eerste huurtermijn af te spreken. In de praktijk wordt meestal gekozen voor een huurovereenkomst voor de duur van vijf plus vijf jaren.

Opzegging alleen op bepaalde gronden

Bij een eerste huurtermijn van vijf jaar of langer kan de verhuurder het contract opzeggen. Daarmee eindigt de huurovereenkomst echter niet automatisch. Als de huurder niet akkoord gaat, blijft de huurovereenkomst van kracht tot de rechtbank onherroepelijk over de beƫindiging heeft beslist. Ook heeft de verhuurder bij opzegging tegen het einde van de eerste huurtermijn slechts twee opzeggingsgronden. Namelijk de slechte bedrijfsvoering van de huurder of dringend eigen gebruik. Als de verhuurder wenst op te zeggen tegen het einde van het tiende huurjaar of tegen een later moment, dan heeft hij nog drie extra opzeggingsgronden.

Tot zover de termijnen bij 290-bedrijfsruimte. Dit is een belangrijk onderdeel van genoemde bescherming.