Een huurder betaalt te weinig huur voor een woning die veel meer waard is. Nou ja… dat zegt de verhuurder. Die vindt dat er een wanverhouding is tussen de opbrengsten en de kosten.
Oude woning met lage huur
Iemand huurt sinds 1968, dus al meer dan 50 jaar, een woning die al 80 jaar oud is. De huurprijs bedraagt thans € 278,34. De verhuurder en eigenaar overlijdt. Twee erfgenamen willen de huur fors verhogen. De huurcommissie steekt daar in 2017 een stokje voor. Een geringe verhoging is wel acceptabel. In januari 2019 wordt de huur opgezegd.
Lees ook: Rendementsverbetering reden om huur te beëindigen?
Hedendaagse eisen
De huurder stemt niet in met de opzegging. Daarom vragen de verhuurders aan de rechtbank om de huurovereenkomst te beëindigen wegens dringend eigen gebruik. Zij stellen dat de woning uit 1939 niet meer voldoet aan de hedendaagse eisen. Onderhoud is nodig. Ook speelt de afsluiting van het aardgas.
Onvoldoende onderbouwd
Rechtbank Gelderland oordeelt als volgt. Eerste vraag luidt: is de renovatie dringend en niet mogelijk zonder zonder beëindiging van de huur? Dat is de rechter niet gebleken.
Lees ook: Studenten hoeven niet te verhuizen
Verlies valt mee
Tweede vraag luidt: is er een structurele wanverhouding tussen de exploitatiekosten en de huuropbrengsten? Volgens de rechter niet. Verhuurders hebben een overzicht van de jaren 2014 tot en met 2018 in het geding gebracht. Maar het verlies valt wel mee.
De slotsom is dat het dringend eigen gebruik niet aannemelijk is gemaakt. De huurder hoeft niet te vertrekken. Ook de stelling van de eigenaren dat de huurprijs omhoog moet, strandt. Daarover heeft de huurcommissie al een uitspraak gedaan en met hun beroep daartegen zijn zij te laat.
Bron: ECLI:NL:RBGEL:2019:5633