Categorieën
Huurrecht

Wel of geen overeenstemming over beëindiging? (Huurrecht)

Op het huurrecht zijn ook de normale regels van het contractenrecht van toepassing. Als een afspraak niet op papier staat, is het dus de vraag of er een overeenkomst tot stand is gekomen. Een dergelijk geval is onlangs berecht door de Rechtbank Midden-Nederland.

Whatsapp-gesprek

Uit de berichten blijkt slechts dat de huurder heeft toegezegd te verhuizen

De verhuurder van een woning heeft in een aangetekende brief de huur per 1 september 2016 opgezegd. Daarna is er een Whatsapp-conversatie op gang gekomen met de huurder. Deze huurder meldt dat ze niet kan beloven dat ze per 1 september iets anders heeft gevonden. In een ander bericht laat de huurder weten graag een verklaring te ontvangen waarin staat dat ze geen schuld heeft en altijd netjes de huur betaalde. Kort daarna meldt ze een andere woning te hebben gevonden.

De verhuurder antwoordt dat ze dus blijkbaar het contract “in onderlinge overeenstemming” hebben beëindigd. Hij vraagt haar dit schriftelijk te bevestigen. Maar de huurder doet dat niet en weigert te vertrekken. Daarop stapt de verhuurder naar de kantonrechter, die wordt gevraagd om te bepalen dat huurder heeft ingestemd met de beëindiging van de huurovereenkomst.

Contract hoeft niet schriftelijk

Een overeenkomst kan zowel schriftelijk als mondeling tot stand komen. Het is natuurlijk altijd raadzaam om afspraken op papier te zetten, dan kan over de inhoud daarvan geen misverstand ontstaan.

Op zich is het ook mogelijk dat een overeenkomst tot stand komt door Whatsapp. Als er maar wilsovereenstemming is, dus als beide partijen hetzelfde willen, dan is er sprake van een rechtsgeldig contract. Het gaat erom dat iemand door een ondubbelzinnige verklaring een wil heeft geopenbaard die op een rechtsgevolg is gericht. Als het huurcontract van een woning wordt beëindigd met wederzijds goedvinden, dan is voorafgaande opzegging niet eens nodig.

Lees ook: Opzeggen van het contract van een woning >>

Duidelijke verklaring?

Tijdens de procedure hebben partijen verschillende Whatsapp-berichten ingebracht. De kantonrechter bestuurt deze en komt tot de volgende conclusie.

Omdat een schriftelijke verklaring ter zake van de huurbeëindiging ontbreekt, moet uit de Whatsapp-berichten een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring van de huurder blijken dat zij instemt met die beëindiging. Uit de berichten van de huurder blijkt vooralsnog niet meer dan dat zij heeft toegezegd te zullen verhuizen als zij de beschikking zou krijgen over een nieuwe woning. Dat is geen duidelijke en ondubbelzinnige verklaring dat zij instemt met beëindiging van het contract. Dit geldt te meer nu de huurder in de berichten heeft aangegeven graag in de woning te willen blijven wonen.

De slotsom is dat de vordering van de eiser, dat is de verhuurder, wordt afgewezen. Ook wordt hij veroordeeld in de proceskosten.

Vragen? Bel 06-27129900

Bron: ECLI:NL:RBMNE:2016:5957