Liefde gaat soms voorbij. Maar als je samen een woning hebt gehuurd, wie mag er dan volgens het huurrecht blijven wonen na de scheiding? Rechtbank Rotterdam behandelde zo’n zaak.
Situatie onhoudbaar
Een man en een vrouw huren sinds november 2015 voor onbepaalde tijd samen een woning in Hoek van Holland. Hun relatie is in september 2018 geëindigd. De man vraagt de rechtbank om te bepalen dat de vrouw de woning dient te verlaten. Normale communicatie onderling is niet mogelijk en de woning is niet geschikt om in tweeën te delen. De situatie tussen is onhoudbaar. Volgens de vrouw is het samenwonen niet meer mogelijk door het toenemende alcoholgebruik van de man. Daardoor zou hij zich agressief gedragen.
Vragen? Bel vandaag 06-27129900
Belangenafweging
In dit kort geding oordeelt de rechter als volgt. Tussen eiser en gedaagde staat vast dat zij beiden contractueel medehuurder zijn van de woning en daarom beiden gerechtigd zijn de woning te gebruiken. Zij zijn het er voorts over eens dat de onhoudbare situatie slechts kan worden opgeheven als één van hen de woning verlaat. De man stelt dat de vrouw dient te vertrekken en de vrouw meent dat de man dit dient te doen. De kantonrechter zal de belangen van de beide partijen afwegen en beslissen wie van de beide partijen met uitsluiting van de ander de woning vooralsnog zal mogen blijven gebruiken.
De man heeft aangevoerd dat hij door zijn werk gebonden is aan Hoek van Holland. Zijn inkomen is toereikend om de huur van de woning en de daarbij behorende vaste lasten te betalen. Hoewel de vrouw heeft aangevoerd dat ook zij de huur zou kunnen betalen, vanwege haar ziektewetuitkering en toeslagen, heeft zij die stelling niet nader geconcretiseerd. Het is daardoor aannemelijk dat de man een meer solide financiële positie heeft dan de vrouw, waarvan wordt aangenomen dat die voldoende waarborg kan voor nakoming van de huurovereenkomst, hetgeen van zwaarwegend gewicht is.
Voorts wijst de rechter op het volgende. De werkgever van de man heeft bevestigd dat het belangrijk is dat hij in Hoek van Holland blijft wonen. Hij is werkzaam als chauffeur en betaalde steeds de huur. Daartegenover staat het onvoldoende zwaarwegend belang van de vrouw. Zij werkt op vrijwillige basis bij de vogelopvang en ontvangt een niet-plaatsgebonden uitkering. Ook heeft zij de beschikking over alternatieve woonruimte.
Man mag blijven
Al met al wegen de belangen van de man bij toewijzing van de vordering zwaarder dan de belangen van de vrouw bij afwijzing daarvan. De rechtbank bepaalt dat de man mag blijven en dat de vrouw de woning dient te verlaten. De door eiser gevorderde voorziening wordt dan ook toegewezen. De ontruimingstermijn wordt in redelijkheid gesteld op 28 dagen na betekening van het vonnis.